In Groot-Meerssen gonst het de komende weken van uiteenlopende activiteiten. Met carnaval en de gemeenteraadsverkiezingen in het
vooruitzicht, schipperen we tussen luchtigheid en bittere ernst. Misschien dat deel twee van het interview met minister Maria van der Hoeven enig
inzicht geeft in hoe we op 7 maart het best naar de stembus kunnen stappen. Voor het vieren van carnaval zijn waarschijnlijk geen richtlijnen
nodig...
We vroegen de minister naar haar ervaringen in de gemeenteraad Maastricht (1974-1991) en of er veel veranderd is vergeleken met nu.
Maria van der Hoeven: "Er is eigenlijk weinig veranderd. Want ook het onderlinge gekissebis was vroeger precies hetzelfde. Het ging alleen om
andere onderwerpen, bijvoorbeeld over de spreiding van de woonwagenkampen in de stad, of het bijzonder onderwijs. Er waren toen heel veel
kleine
scholen in de binnenstad met kleine schoolbesturen. Mijn eerste stap op het terrein van de gemeentepolitiek was het schrijven van een nota over
de noodzaak van fuseren in de binnenstad zodat het onderwijs er in de toekomst behouden zou blijven. Nou, dat heb ik geweten, het werd me niet
in
dank afgenomen. Uiteindelijk is het wel gebeurd, want je kunt niet al die kleine schooltjes handhaven. De schoolbesturen moesten fuseren, niet
zozeer de scholen zelf. Want wat ik natuurlijk wel wilde en wat ik nog steeds van belang vind, is dat je IN de binnenstad onderwijs hebt. Als
nieuwkomer nam ik het op tegen de gevestigde orde indertijd en ja, dan heeft men een houding van 'even afwachten wat het wordt', dat is nu
minder
het geval omdat er tegenwoordig meer mensen tegelijk voor het eerst in zo'n gemeenteraad verschijnen en dan moet je daar als raad al gelijk
rekening mee houden."
Het College controleren
"Wat denk ik belangrijk is voor een gemeenteraad", aldus de minister, "en zeker met de nieuwe verhoudingen, is dat je het College controleert.
Vroeger was het zo dat de wethouders deel uitmaakten van de gemeenteraad, dat is nu niet meer het geval. Daardoor heb je een andere relatie
ten opzichte van elkaar. Gemeenteraden mogen zeker meer op hun strepen staan (al verschilt dit natuurlijk van gemeente tot gemeente) als het
gaat
om het controleren van hun College, maar ook wat betreft het afdwingen van informatie en aandragen van nieuwe ideeen. Ik weet niet precies
hoe
het in Meerssen is, (al vang ik zo links en rechts wel eens wat op) maar er mag in zijn algemeenheid absoluut nog een kwaliteitsslag geslagen
worden!" Wanneer we de minister vertellen over de ervaringen van raadslid Nicole Sunnen (zoals een aantal edities eerder te lezen was) die het
jammer vond dat menig raadslid veelal ja knikt tegen het College en het nauwelijks oneens durft te zijn, reageert ze beslist. "Dat is net wat je
niet moet doen, je hebt een andere positie, je hebt een andere taak. Als raadslid heb je juist enige afstand te houden en ervoor te zorgen dat
het College de fractie niet domineert. Daarom zijn die veranderingen indertijd doorgevoerd, dat je als wethouder geen deel meer uitmaakt van die
fractie binnen de gemeenteraad. Zo zie je nu ook in een aantal gemeenten dat de gemeenteraad zegt, kijk, de gemeentesecretaris is er voor het
College dus wij willen wel een eigen griffier hebben. Dat vind ik prima. Het is ook de bedoeling dat de gemeenteraad zich sterker op kan stellen
ten opzichte van het College.
Politieke scholing en opvoeding
Maria van der Hoeven praat innemend en met kennis van zaken, er is even een kwinkslag in verband met haar uitspraken over de gemeenteraad
en
het College dat als een les in 'politieke opvoeding' in deze Gloriette gedrukt komt te staan. Ze laat duidelijk doorschemeren dat ook zij nog
elke dag leert. "Politieke scholing is iets waar je mee bezig blijft, dat is net het leuke ervan. Er wordt wel eens gezegd, nou ja, politieke
scholing, als je het eenmaal gedaan hebt dan ken je het wel. Nee, want als ik naar mijn eigen ervaringen kijk vanaf 1974, eerst
gemeenteraadspolitiek, daarna de Tweede Kamer en nu dus als minister: je kunt nog elke dag leren, ook van je eigen fouten. Maar daar moet je
natuurlijk wel voor open staan", besluit de minister. Haar ervaringen in het onderwijs spelen een rol in haar politieke hoedanigheid, maar soms
ook in negatieve zin. "Vanuit het onderwijs krijg je natuurlijk ook mee dat je denkt dat je sowieso gelijk hebt en dat moet je dan juist een
beetje afleren", glimlacht ze.
lees verder, deel III
a>
Terug naar overzicht